التقويم الوطني

'Niet kijken naar verschillen, maar zoeken naar hoe je de brug kunt slaan'

Johanna Terpstra brengt partijen graag bij elkaar en stemt visies, strategische doelen en beslismomenten op elkaar af. 


In de rubriek ‘Passie voor het vak’ vragen we (zorg)professionals wat hen drijft om zich in te zetten voor de kinderpalliatieve zorg. Dit keer spreken we Johanna Terpstra, Programmamanager NPPZ II – Kind en Jongere en verantwoordelijk voor de uitvoering van de landelijke werkagenda. Johanna is sinds een paar maanden gestart in deze functie en is een enthousiaste bruggenbouwer. Als schakel tussen het Kenniscentrum en de programmaorganisatie NPPZ II – Kind en Jongere is zij de aangewezen persoon alle neuzen dezelfde kant op te laten bewegen. 

De kinderpalliatieve zorg is Johanna niet nieuw. Als regiomanager binnen de Jeugdgezondheidszorg van de GGD was Johanna betrokken bij de pilotfase van het eerste kinderpalliatieve Netwerk Integrale Kindzorg. ‘Het is prachtig om te zien dat er in tien jaar tijd een kwalitatitief goed werkend landelijk netwerk staat!’ Johanna krijgt altijd veel energie van nieuwe projecten. Een paar jaar geleden werd haar gevraagd om een mooi thuis voor ouderen met dementie op te zetten in Rotterdam. ‘Op dit verzoek heb ik toen vrij snel ja gezegd. Dementie is iets wat mij na aan het hart lag vanwege mijn persoonlijke ervaring met mijn vader. En het opbouwen van iets vanaf het begin is prachtig om te doen.’

Na een verblijf van anderhalf jaar op het Caraïbische eiland Sint-Maarten, is Johanna sinds deze zomer weer terug in Nederland. De opdracht voor het Kenniscentrum kwam volgens haar precies op het juiste moment en is extra bijzonder omdat ze ook bij de prille start van stichting PAL (voorheen het Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg) betrokken was. ‘Ik word enthousiast van nieuwe dingen starten en zaken in beweging brengen. Dus wat dat betreft ben ik hier wel op mijn plek en geeft het programma NPPZ II – Kind en Jongere veel ruimte.’ Johanna houdt zich vooral bezig met de voortgang en samenhang van de projecten. Zij brengt partijen graag bij elkaar en stemt visies, strategische doelen en beslismomenten op elkaar af. 

Complex en breed programma

Wat Johanna aantrekt in dit programma is de complexiteit en verbindende functie zowel intern als extern. ‘Er zijn veel netwerkpartners en stelselpartijen betrokken, werkend aan eenzelfde doel maar toch ook met  verschillende belangen en opgaven. De uiteenlopende vraagstukken rondom zorg voor kwetsbare kinderen en hun gezin maken het boeiend. En het feit dat het soms neerkomt op hogere wiskunde om alles netjes te regelen en te ontzorgen, maakt mijn werk de moeite waard. Ik zou graag zien dat alle organisaties hun krachten gaan bundelen om met elkaar te komen tot oplossingen. Mijn insteek is om niet te kijken naar de verschillen, maar te zoeken naar hoe je de brug kunt slaan.’

In beweging blijven

'Over de manier hoe je zaken in beweging zet, zegt Johanna: ‘Ik geloof dat als je het verschil wilt maken, je jezelf mee moet brengen in je werk. Dat je echt en puur moet zijn en vanuit je overtuiging moet werken. Als er een wil is, is er ook een weg (of een brug). Het nemen van initiatief is essentieel om verandering teweeg te brengen. Ik waardeer het wanneer collega’s en organisaties waarmee ik aan tafel zit, risico's durven nemen en nieuwe stappen willen zetten. Stilstaan en geen actie ondernemen is voor mij geen optie.’

Samenwerken aan puzzel 

'Op de vraag wat een mooie werkdag is voor haar, zegt Johanna: ‘Een goede dag voor mij is dat na een dag hard werken, iedereen met eigen taken en verantwoordelijkheden, zaken bij elkaar komen en er een positieve energie voelbaar is. We werken samen aan een puzzel die gelegd wordt en boeken vooruitgang door gebruik te maken van elkaars kwaliteiten.’

Rust in werkveld 

‘Aan het einde van dit project hoop ik op meer rust in het werkveld, zodat zorgprofessionals zich kunnen richten op hun kerntaken. Zodat zij de wensen en behoeften van kinderen en jongeren en hun gezinnen centraal kunnen stellen in plaats van veel tijd kwijt te zijn aan randverschijnselen en bijzaken. Daarnaast hoop ik dat er dan een soepele en organische overgang is tussen de palliatieve zorg voor jongeren naar volwassenen. Als we hierin de zaken goed hebben geregeld en ouders en kinderen een zorg minder hebben, dan ben ik blij.'


شارك هذه الصفحة

قد يكون ممتعًا أيضًا


العودة إلى نظرة عامة على الأخبار