Netwerkzorg is net als een schilderij van Mondriaan: de echte verbinding zit niet in de lijnen, maar ertussen.
‘Hoe complexer het vraagstuk, hoe beter ik tot mijn recht kom,’ zegt Jeroen. ‘Ik wil impact maken, het liefst op maatschappelijk vlak. Meewerken aan een samenleving die omziet naar wie het het hardst nodig hebben, drijft mij.’ Vanaf het eerste jaar is Jeroen van der Velden (63) betrokken bij het Kenniscentrum Kinderpalliatieve Zorg en heeft hij een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de organisatie. Met aanstekelijk enthousiasme vertelt hij over zijn werk als associate professor aan Nyenrode en als zelfstandig strategisch consultant.
Van eerste ontmoeting tot duurzame betrokkenheid
Tijdens een lezing over netwerkorganisaties trok Jeroen de aandacht van bestuurder Meggi Schuiling-Otten, die hem na afloop benaderde. ‘Dat is inmiddels zo’n veertien jaar geleden,’ vertelt hij. ‘Op dat moment was mijn zoon ziek. Niet levensbedreigend gelukkig, maar ons leven stond wel even op z’n kop. Door onze thuissituatie had Meggi meteen mijn belangstelling. Tijdens onze eerste ontmoeting vertelde zij dat een huisarts gemiddeld maar één keer in zijn carrière een kind in de palliatieve zorg tegenkomt en dat triggerde mij ook professioneel; ik geloof in de kracht van netwerkorganisaties waarin kennis en ervaring gebundeld moet worden’, vertelt Jeroen. ‘Hoe belangrijk is het dat professionals toegang hebben tot actuele en betrouwbare kennis, ook als ze er zelf weinig ervaring mee hebben, zodat zij op zulke kwetsbare momenten de juiste zorg kunnen bieden?’ Jeroen vond het bijzonder om te zien hoe voortvarend het Kenniscentrum die rol op zich nam door kennis snel toegankelijk te maken en netwerken door het hele land op te bouwen. ‘Ik wilde daar graag aan bijdragen.’
Netwerkbenadering als sleutel tot goede zorg
Volgens Jeroen is de netwerkbenadering de enige manier om met zulke complexe en unieke situaties om te gaan. ‘Standaardprotocollen en vaste procedures schieten vaak tekort. Iedere ziekte is anders, ieder kind en elk gezin uniek. Goede zorg vraagt om het verbinden van alles wat nodig is rond dat ene kind en gezin. Verbinding en samenwerking, kennisdeling en domein overstijgend denken, daar draait het om.’
Zijn rol binnen het Kenniscentrum is het aandragen van concepten die dit mogelijk maken. ‘Ik help muren te doorbreken en structuren te ontwikkelen die het netwerk versterken.’ Doordat hij zelf niet uit het kinderpalliatieve werkveld komt, behoudt hij een objectief perspectief. ‘Die afstand stelt me in staat om andere lijnen en verbindingen te zien. Zo kan ik innovatieve oplossingen aandragen en het Kenniscentrum scherp houden op de bredere strategische doelen. Het is inspirerend om te zien hoe het Kenniscentrum zich in al die jaren heeft ontwikkeld en hoe we samen hebben gewerkt aan betere zorg voor kinderen in palliatieve situaties.’
Iedereen draagt bij: van professionals tot netwerkcoördinatoren
Het succes van een netwerkorganisatie zoals het Kenniscentrum hangt af van de actieve betrokkenheid van alle partners en hun unieke bijdragen. ‘Het draait om het creëren van een omgeving waarin samenwerking en kennisdeling centraal staan,’ zegt Jeroen. Hij benadrukt dat zorgprofessionals en andere betrokkenen zich bewust moeten zijn dat ze deel uitmaken van een groter geheel. ‘Door actief je netwerkknop te activeren, kun je verbindingen leggen en samenwerken om de best mogelijke zorg te bieden. Proactief op zoek gaan naar samenwerking en kennisdeling is essentieel. Alleen zo kunnen we de complexe uitdagingen binnen de kinderpalliatieve zorg aan.’ Kinderpalliatieve zorg vraagt om een gezamenlijke inspanning en gedeelde verantwoordelijkheid. ‘Het is echt iets wat we met elkaar voor elkaar moeten krijgen,’ aldus Jeroen.
Het Kenniscentrum heeft zeven regionale Netwerken Integrale Kindzorg (NIK) ontwikkeld, die aansluiten bij de werkgebieden van de academische ziekenhuizen. Jeroen: ‘De netwerkcoördinatoren spelen een cruciale rol binnen het Kenniscentrum. Zij zijn geen inhoudelijke experts, maar verbindingsspecialisten die samenwerking faciliteren en muren tussen disciplines doorbreken. Zo zorgen ze ervoor dat iedereen op de juiste plek samenwerkt en het netwerk steeds opnieuw wordt geactualiseerd’ Door deze samenwerking en rolverdeling ontstaat een sterke en veerkrachtige organisatie die optimale zorg biedt aan kinderen en gezinnen die dat het hardst nodig hebben.
Een Mondriaan-schilderij
‘Het vraagstuk van netwerken laat zich eigenlijk mooi uitleggen aan de hand van een Mondriaan-schilderij,’ zegt Jeroen met een glimlach. ‘Zo’n schilderij bestaat uit strakke lijnen, heldere vlakken en felle kleuren. Die lijnen kun je zien als de formele verbindingen in een systeem. We tekenen ze graag uit, omdat ze overzicht en controle suggereren. Maar het echte netwerken gebeurt juist tussen de lijnen. Dáár komen domeinen en disciplines samen die zich niet vooraf laten vastleggen, maar ontstaan vanuit de context van het vraagstuk.’
‘En die vlakken en kleuren?’ vervolgt hij. ‘Die geven betekenis en dynamiek aan het geheel. Complexe vraagstukken, zoals in de kinderpalliatieve zorg, vragen om een multidisciplinaire aanpak. Verschillende elementen en expertises moeten samenvallen en samen een kloppende compositie vormen. Als dat lukt, ontstaat er iets moois: balans, samenhang, harmonie. Precies wat we ook in het Kenniscentrum proberen te bereiken.’
Hij sluit af met een twinkeling in zijn ogen: ‘Mooi hoe zo’n beeld zomaar tijdens een gesprek ontstaat. Ik denk dat deze metafoor goed werkt om het verschil tussen netwerken en klassieke organisatievormen uit te leggen. Misschien gebruik ik ’m binnenkort eens in mijn colleges, om studenten en collega’s mee te nemen in wat een netwerkorganisatie eigenlijk betekent.’